Zeven jaar geleden kreeg ik van mijn toenmalige collega's een lege weblog om te vullen. Ik schreef toen dat ik deze weblog wilde "gaan gebruiken voor mijn professionele ontwikkeling. Op twee manieren: a) ervaring opdoen met weblogs en b) resultaten van mijn professionele ontwikkeling doorgeven via deze weblog. Bij dat laatste moet je denken aan een congresverslag of aan een boekrecensie. Volgens mij moet het lukken om toch minimaal eenmaal per maand een stukje aan te leveren." Het werd gemiddeld eenmaal per week een bericht en na zeven jaren zijn er dan 350 berichten. Een goed moment om er vooralsnog mee te stoppen.
Ik ga uiteraard wel door met mijn professionele ontwikkeling. Zo zal ik boeken en tijdschriften en digitale publicaties blijven lezen, naar bijeenkomsten gaan. En in het voorjaar van 2013 staat in elk geval nog een masterclass Financieel Management bij TiasNimbas gepland. Ook zal ik blijven reflecteren op wat er in mijn werk gebeurt. Het was altijd wel lastig dat lang niet al mijn observaties met het grote publiek gedeeld konden worden. Zo kreeg ik zowel van binnen als van buiten mijn werkkring wel eens opmerkingen dat ik toch moest uitkijken met wat ik schrijf - en dat terwijl ik altijd bescheiden heb willen zijn.
Het lijkt me wel eens aardig om na verloop van tijd mijn berichten nog eens grondig na te lezen. De thema's hadden veelal direct met mijn werk te maken: onderwijs(innovatie), onderzoek, ICT, architectuur, informatiemanagement, informatiebeveiliging, open access. Maar de laatste jaren ook steeds meer generiek: algemeen management, governance, leiderschap en strategie, human resource management, psychologie, sourcing en shared service centers, project- en verandermanagement, risicomanagement. De voor mij onbedoelde en onbekende lezers (er waren tot wel 450 pageviews per maand) zullen vast nog wel eens van mij horen of zien, hoe dan ook.
Weblog Melle de Vries
vrijdag, december 28, 2012
donderdag, december 27, 2012
Onder professoren
Niet lang na Ontsporing van Diederik Stapel ben ik Onder professoren van W.F. Hermans gaan lezen. Ik had dat boek nog nooit gelezen, hoewel het me in de wereld van de wetenschap vaak aangeraden was. Het is lang niet verkrijgbaar geweest, maar vorig jaar opnieuw uitgegeven door De Bezige Bij. Mijn vermoeden was dat het beeld van Onder professoren in essentie niet veel anders zou zijn dan dat van Ontsporing. In beide gevallen wordt de status van wetenschap in elk geval behoorlijk onderuit gehaald. Professoren (maar ook: psychiaters, studenten, bestuurders) zijn net mensen.
Stapel erkende dat hij met zijn fraude de wetenschap naar beneden heeft gehaald. De wetenschap heeft minstens twee gezichten: "dat van het heilige bastion boven op de berg waar hogepriesters in lange gewaden de waarheid bezingen, en dat van de modderpoel beneden in het dal waar gewone mensen kreunend en steunend, schrapend en gravend, op zoek zijn naar iets van waarde en belang. Door mijn wangedrag is het aardse geploeter in de modder op de voorgrond komen te staan en het heilige bezingen van de waarheid naar de achtergrond gedrongen. (...) Mijn wangedrag openbaarde dat in die in een toga gehulde hooggeleerde heer een onoprechte rommelaar schuilging en suggereerde daarmee dat de heilige status die in de maatschappij aan de wetenschap wordt toegekend hier en daar wellicht op drijfzand is gebaseerd." (Ontsporing, p. 258v)
Het boek Onder professoren is geschreven in een andere episode, maar toont op zijn minst ook twee gezichten van de wetenschap. Het is aardig dat de 'modderpoel' van Stapel ook de naam is van het universiteitscomplex waar de hoofdpersoon van Onder professoren werkt. Die hoofdpersoon krijgt voor zijn noeste arbeid een hoge beloning, de Nobelprijs voor de Scheikunde, en komt dan in een situatie terecht waar hij niet wil wezen. Na meer dan vierentwintig uur had hij er nog geen minuut plezier aan beleefd (Onder professoren, p. 244). En: "Voor driehonderdduizend gulden, dacht hij, ben ik een figuur geworden in een toneelstuk dat geschreven is door een gek." (p. 360)
Kennelijk kun je maar beter niet al te 'hoog in de boom' terecht komen, want dan gebeuren er dingen waar je geen grip op hebt. Het is niet alleen "Hoge bomen vangen veel wind", maar ook "Wie hoog staat, kan diep vallen." Dat laatste was toevallig ook het thema van de kerstnachtdienst van de Sint Janskerk in Gouda. En al sta je hoog, wat ben je dan anders? Of, zoals de hoofdpersoon en zijn vrouw uit Onder professoren zeggen over rijkelui in Monaco: "Maar ze doen natuurlijk alles precies als wij. Wat zouden ze anders moeten doen?" (p. 439)
Stapel erkende dat hij met zijn fraude de wetenschap naar beneden heeft gehaald. De wetenschap heeft minstens twee gezichten: "dat van het heilige bastion boven op de berg waar hogepriesters in lange gewaden de waarheid bezingen, en dat van de modderpoel beneden in het dal waar gewone mensen kreunend en steunend, schrapend en gravend, op zoek zijn naar iets van waarde en belang. Door mijn wangedrag is het aardse geploeter in de modder op de voorgrond komen te staan en het heilige bezingen van de waarheid naar de achtergrond gedrongen. (...) Mijn wangedrag openbaarde dat in die in een toga gehulde hooggeleerde heer een onoprechte rommelaar schuilging en suggereerde daarmee dat de heilige status die in de maatschappij aan de wetenschap wordt toegekend hier en daar wellicht op drijfzand is gebaseerd." (Ontsporing, p. 258v)
Het boek Onder professoren is geschreven in een andere episode, maar toont op zijn minst ook twee gezichten van de wetenschap. Het is aardig dat de 'modderpoel' van Stapel ook de naam is van het universiteitscomplex waar de hoofdpersoon van Onder professoren werkt. Die hoofdpersoon krijgt voor zijn noeste arbeid een hoge beloning, de Nobelprijs voor de Scheikunde, en komt dan in een situatie terecht waar hij niet wil wezen. Na meer dan vierentwintig uur had hij er nog geen minuut plezier aan beleefd (Onder professoren, p. 244). En: "Voor driehonderdduizend gulden, dacht hij, ben ik een figuur geworden in een toneelstuk dat geschreven is door een gek." (p. 360)
Kennelijk kun je maar beter niet al te 'hoog in de boom' terecht komen, want dan gebeuren er dingen waar je geen grip op hebt. Het is niet alleen "Hoge bomen vangen veel wind", maar ook "Wie hoog staat, kan diep vallen." Dat laatste was toevallig ook het thema van de kerstnachtdienst van de Sint Janskerk in Gouda. En al sta je hoog, wat ben je dan anders? Of, zoals de hoofdpersoon en zijn vrouw uit Onder professoren zeggen over rijkelui in Monaco: "Maar ze doen natuurlijk alles precies als wij. Wat zouden ze anders moeten doen?" (p. 439)
zaterdag, december 08, 2012
Wat kunnen we weten?
Wat kunnen we weten? Dat is één van de hoofdvragen uit de filosofie. Jan Marijnissen zei in een column in NRC Handelsblad deze week: "Wat is nog wat het lijkt?" Hij hekelt daarin het indivualisme en de cultuur van het wegkijken naar aanleiding van recente schandalen. "Er is welhaast geen sector van onze westerse samenleving meer die niet in de afgelopen tijd besmeurd is geraakt door schandalen." Hij heeft het dan over de banken, de woningbouwcorporaties, de farmaceutische industrie, de rechtspraak en advocatuur, de gezondheidszorg, de journalistiek, de politiek en ook over "een wetenschapper die de data onder zijn beweringen gewoonweg verzint en dat jaren kan blijven doen". Het gaat dan over Diederik Stapel over wiens frauduleuze praktijken vorige week de commissies Levelt, Noort en Drenth hun bevindingen rapporteerden.
Nu heeft Diederik Stapel - slim als hij is - tegelijkertijd met zijn publieke spijtbetuiging een boek met de titel Ontsporing gepresenteerd. Doorgaans houd ik niet van dit soort 'egodocumenten', maar nu wilde ik het toch wel lezen. Ik denk om drie redenen: 1) Het gaat om een grove ontsporing in de sector waar ik zelf werkzaam in ben. 2) Ik ben benieuwd wat zo iemand bezielt en bezield heeft. 3) Ik ben benieuwd wat dit over de samenleving zegt. Ten aanzien van dat laatste is ook door anderen wel gezegd dat de context waarin de fraude ontstaat, de mensen die rondom de fraudeurs (in welke sector dan ook) stonden, niet vrijgepleit kunnen worden. Is - zoals Marijnissen zegt - de samenleving inderdaad ontzield en zijn de mensen van elkaar en van zichzelf vervreemd?
"Geld, status en macht: het zijn perverse prikkels die er toe kunnen leiden dat er in geval van twijfel af en toe een oogje wordt dichtgeknepen." Aldus Stapel. En ook: "Er is veel jaloezie, haat en nijd in dit extreem competitieve vak." In de samenleving zijn we misschien wel steeds meer toneel gaan spelen, dat is althans wat ook bij mij naar boven kwam naar aanleiding van Stapels eigen levensbeschrijving. En zijn we dan wel echt betrokken op elkaars wel en wee? Laten we ons meeslepen door heersende mores? En zijn we ons wel bewust van al dat toneelspel om ons heen? Wat kunnen we eigenlijk nog weten, als we ook al niet eens meer op wetenschap kunnen vertrouwen? Of op elkaar, in welke sector dan ook? Veel van wat we weten berust immers op vertrouwen.
Nu heeft Diederik Stapel - slim als hij is - tegelijkertijd met zijn publieke spijtbetuiging een boek met de titel Ontsporing gepresenteerd. Doorgaans houd ik niet van dit soort 'egodocumenten', maar nu wilde ik het toch wel lezen. Ik denk om drie redenen: 1) Het gaat om een grove ontsporing in de sector waar ik zelf werkzaam in ben. 2) Ik ben benieuwd wat zo iemand bezielt en bezield heeft. 3) Ik ben benieuwd wat dit over de samenleving zegt. Ten aanzien van dat laatste is ook door anderen wel gezegd dat de context waarin de fraude ontstaat, de mensen die rondom de fraudeurs (in welke sector dan ook) stonden, niet vrijgepleit kunnen worden. Is - zoals Marijnissen zegt - de samenleving inderdaad ontzield en zijn de mensen van elkaar en van zichzelf vervreemd?
"Geld, status en macht: het zijn perverse prikkels die er toe kunnen leiden dat er in geval van twijfel af en toe een oogje wordt dichtgeknepen." Aldus Stapel. En ook: "Er is veel jaloezie, haat en nijd in dit extreem competitieve vak." In de samenleving zijn we misschien wel steeds meer toneel gaan spelen, dat is althans wat ook bij mij naar boven kwam naar aanleiding van Stapels eigen levensbeschrijving. En zijn we dan wel echt betrokken op elkaars wel en wee? Laten we ons meeslepen door heersende mores? En zijn we ons wel bewust van al dat toneelspel om ons heen? Wat kunnen we eigenlijk nog weten, als we ook al niet eens meer op wetenschap kunnen vertrouwen? Of op elkaar, in welke sector dan ook? Veel van wat we weten berust immers op vertrouwen.
donderdag, november 29, 2012
Talent en ambitie
"Blijvend in de TOP 5!" Zo luidt de titel van het meerjarenprogramma 2013-2017 van de AWT. En zo horen we wel vaker ambities voor de (nabije) toekomst. In tijden van schaarste en onzekerheid is nadenken over talent en ambitie op alle niveaus goed. Dat het einde van het kalenderjaar nadert, werkt daar natuurlijk in mee. Zo bladerde ik weer eens in het Groot Psychologisch Modellenboek en daarin trof ik een hoofdstuk 'Talent & Ambitie'. Het gaat dan over "modellen die je ondersteunen bij het inzichtelijk maken van je (latente) kwaliteiten en ambities en de belemmeringen die daarbij een rol kunnen spelen". Ik laat hier maar even in het midden dat de (sociale) psychologie momenteel geen beste naam heeft.
In het hoofdstuk 'Talent & Ambitie' gaat het achtereenvolgens over de (oude) piramide van Maslow, het model van bevlogenheid, de loopbaanankers van Schein, loopbaanrollen en Management Drives. Maslow heeft de behoeftenpiramide ontwikkeld, waarbij zelfontplooiing de ultieme behoefte is. Om aan die ultieme behoefte toe te komen moeten wel eerst enkele - meer basale - behoeften vervuld worden, zoals overleven, veiligheid, sociale behoeften, erkenning en waardering. "Een mens kan zich pas ten volle ontwikkelen als alle andere behoeften zijn bevredigd." Het lijkt me net als bij het kopen van een nieuw (droom)huis; dat gaat gemakkelijker als je weet dat je je huidige huis goed kunt verkopen.
In het model van bevlogenheid wordt aangegeven hoe je de bevlogenheid (vitaliteit, toewijding en absorptie) kunt bevorderen. Het gaat dan over werkgerelateerde en persoonlijke hulpbronnen. Tot de eerste behoren bijv. autonomie en afwisseling in taken en vaardigheden. Tot de tweede behoren bijv. optimisme en eigenwaarde. De leidinggevende kan hier deels in sturen, zonder garanties overigens. "Bevlogenheid komt en gaat in golven en is niet permanent." Maar ook: "Een goede relatie, sfeer en collegialiteit op de werkplek tussen leidinggevende en medewerkers zijn hiervoor wel belangrijk."
In het hoofdstuk 'Talent & Ambitie' gaat het achtereenvolgens over de (oude) piramide van Maslow, het model van bevlogenheid, de loopbaanankers van Schein, loopbaanrollen en Management Drives. Maslow heeft de behoeftenpiramide ontwikkeld, waarbij zelfontplooiing de ultieme behoefte is. Om aan die ultieme behoefte toe te komen moeten wel eerst enkele - meer basale - behoeften vervuld worden, zoals overleven, veiligheid, sociale behoeften, erkenning en waardering. "Een mens kan zich pas ten volle ontwikkelen als alle andere behoeften zijn bevredigd." Het lijkt me net als bij het kopen van een nieuw (droom)huis; dat gaat gemakkelijker als je weet dat je je huidige huis goed kunt verkopen.
In het model van bevlogenheid wordt aangegeven hoe je de bevlogenheid (vitaliteit, toewijding en absorptie) kunt bevorderen. Het gaat dan over werkgerelateerde en persoonlijke hulpbronnen. Tot de eerste behoren bijv. autonomie en afwisseling in taken en vaardigheden. Tot de tweede behoren bijv. optimisme en eigenwaarde. De leidinggevende kan hier deels in sturen, zonder garanties overigens. "Bevlogenheid komt en gaat in golven en is niet permanent." Maar ook: "Een goede relatie, sfeer en collegialiteit op de werkplek tussen leidinggevende en medewerkers zijn hiervoor wel belangrijk."
maandag, november 19, 2012
Management met gevoel
"Een laag niveau van emotionele intelligentie op de werkvloer brengt onvermijdelijk schade toe aan de resultaten van het bedrijf." Ik lees onderweg naar mijn werk nog even door in het boek Emotionele intelligentie en kwam dit citaat tegen in een hoofdstuk 'Management met gevoel'. Het is dus niet alleen de werkvloer, ook het management heeft emotionele intelligentie nodig. Immers, de kunst van leiderschap is mensen zover krijgen dat ze werken aan een gemeenschappelijk doel. De auteur bespreekt in dit kader drie toepassingen van emotionele intelligentie:
- Grieven uiten in de vorm van opbouwende kritiek - "Het komt uiteindelijk aan op feedback; mensen moeten de informatie krijgen die nodig is om op het juiste spoor te blijven." Een belangrijke vaardigheid is het kunnen inzien welke gevoelens ontstaan bij degene tot wie de kritiek gericht is.
- Een atmosfeer creëren waarin diversiteit een gewaardeerde plek heeft - Mensen met vooroordelen moeten leren zich te gedragen alsof ze die niet hebben. Leidinggevenden zouden ieder vooringenomen optreden publiek moeten veroordelen. Diversiteit kan immers een grotere collectieve creativiteit en ondernemingszin met zich meebrengen.
- Effectief gebruik maken van netwerken - Het vermogen tot harmonieus samenwerken maakt verschil in de netwerkeconomie. Veel dingen die mensen op het werk doen zijn afhankelijk van hun vermogen om een netwerk in te schakelen. Netwerkers hebben vaak ook twee andere (emotioneel intelligente) vaardigheden: initiatief nemen en zelfmanagement.
maandag, november 12, 2012
Emotionele intelligentie
Emotionele vaardigheden zijn, meer dan rationele vaardigheden, van doorslaggevend belang voor succes in werk en relaties en voor ons lichamelijk welbevinden. Zo wordt het boek Emotionele intelligentie aangeprezen. Al geruime tijd had ik dit boek met deze fascinerende titel in het vizier, ik heb het echter pas recent gekocht, in dwarsligger formaat, een ervaring op zich. Onder 'emotionele intelligentie' rekent de auteur zelfbeheersing, geestdrift en doorzettingsvermogen, en het vermogen om jezelf te motiveren. Het vermogen om impulsen te beheersen vormt de basis van wil en karakter. Emoties op zich zijn niet het probleem, maar de gepastheid en de juiste expressie ervan.
Zelfbewustzijn is belangrijk. Het gaat dan om bewustzijn van onze stemming en ook van onze gedeachten over die stemming. Emoties waar we ons niet bewust van zijn, kunnen toch een krachtige invloed uitoefenen op de manier waarop we waarnemen en reageren. De auteur geeft diverse mooie voorbeelden van onderzoeken in deze richting. Bewustzijn van emoties is voorwaarde voor controle van die emoties. "Zelfbeheersing is al sinds Plato een alom geprezen deugd: liever dan een 'slaaf van hartstocht' te zijn, moeten we de emotionele stormen doorstaan die Fortuna's grilligheid op ons pad brengt. Het doel is evenwicht, niet emotionele onderdrukking: elk gevoel heeft zijn waarde en betekenis." Emoties die te sterk worden of te lang duren, ondermijnen onze stabiliteit.
Emotionele intelligentie lijkt belangrijker dan rationele intelligentie, omdat het "al onze vermogens diepgaand beïnvoedt, hetzij door het hen gemakkelijker te maken, hetzij door hen in de weg te staan". Nog belangrijker lijkt het te zijn om doelgericht te leven en te werken, omdat die focus op een doel ons kan helpen onze emoties te reguleren. "Succes vereist de combinatie van enig talent met het vermogen om bij een dreigende mislukking vol te houden." Optimisme maakt verschil.
Zelfbewustzijn is belangrijk. Het gaat dan om bewustzijn van onze stemming en ook van onze gedeachten over die stemming. Emoties waar we ons niet bewust van zijn, kunnen toch een krachtige invloed uitoefenen op de manier waarop we waarnemen en reageren. De auteur geeft diverse mooie voorbeelden van onderzoeken in deze richting. Bewustzijn van emoties is voorwaarde voor controle van die emoties. "Zelfbeheersing is al sinds Plato een alom geprezen deugd: liever dan een 'slaaf van hartstocht' te zijn, moeten we de emotionele stormen doorstaan die Fortuna's grilligheid op ons pad brengt. Het doel is evenwicht, niet emotionele onderdrukking: elk gevoel heeft zijn waarde en betekenis." Emoties die te sterk worden of te lang duren, ondermijnen onze stabiliteit.
Emotionele intelligentie lijkt belangrijker dan rationele intelligentie, omdat het "al onze vermogens diepgaand beïnvoedt, hetzij door het hen gemakkelijker te maken, hetzij door hen in de weg te staan". Nog belangrijker lijkt het te zijn om doelgericht te leven en te werken, omdat die focus op een doel ons kan helpen onze emoties te reguleren. "Succes vereist de combinatie van enig talent met het vermogen om bij een dreigende mislukking vol te houden." Optimisme maakt verschil.
vrijdag, november 02, 2012
Iedereen informatiemanager
"Are you in the driver's seat of your information vehicle?" Zo luidt de ondertitel van het recent verschenen rapport Informatiemanagersurvey 2010-2011 van Capgemini. Gisteren was er een bijeenkomst naar aanleiding van dit rapport met onder meer een bijdrage van Rik Maes als gastspreker. In het onderzoek van Capgemini ging het vooral om de vraag op welke manier de rol van informatiemanager geïmplementeerd is in Nederlandse organisaties. In het rapport wordt een beeld geschetst van bijvoorbeeld de positionering, de achtergrond, de vraagstukken en de succesfactoren van de informatiemanager
Met het rapport is ongetwijfeld emancipatie en ook professionalisering van het vakgebied 'informatiemanagement' bedoeld. Dat vakgebied is ontstaan om de ICT beter op de bedrijfsprocessen af te stemmen. Kennelijk zit daar nog steeds een grote uitdaging. Vrij bekend is het 9-vlaksmodel van de genoemde Rik Maes. Het is de uitdaging voor informatiemanagement om een brug te slaan tussen de ontwikkelingen in de gewone bedrijfsvoering en de ontwikkeling in ICT. Belangrijk is om daarbij de juiste taal te spreken en vakjargon zoveel mogelijk te vermijden.
De informatisering en digitalisering van ons leven en werken is volgens mij echter niet iets wat we helemaal kunnen overlaten aan informatiemanagers en ICT'ers, hoe nodig en nuttig ze ook zijn. Eigenlijk zouden we allemaal in zeker opzicht informatiemanager moeten zijn en ons bewust moeten zijn van onze (toenemende) afhankelijkheid van informatie en ICT. Het rapport is in mijn ogen daarom teveel gericht op de informatiemanagers zelf, terwijl het misschien wel beter is als de informatiemanagers van professie zichzelf proberen overbodig maken.
Met het rapport is ongetwijfeld emancipatie en ook professionalisering van het vakgebied 'informatiemanagement' bedoeld. Dat vakgebied is ontstaan om de ICT beter op de bedrijfsprocessen af te stemmen. Kennelijk zit daar nog steeds een grote uitdaging. Vrij bekend is het 9-vlaksmodel van de genoemde Rik Maes. Het is de uitdaging voor informatiemanagement om een brug te slaan tussen de ontwikkelingen in de gewone bedrijfsvoering en de ontwikkeling in ICT. Belangrijk is om daarbij de juiste taal te spreken en vakjargon zoveel mogelijk te vermijden.
De informatisering en digitalisering van ons leven en werken is volgens mij echter niet iets wat we helemaal kunnen overlaten aan informatiemanagers en ICT'ers, hoe nodig en nuttig ze ook zijn. Eigenlijk zouden we allemaal in zeker opzicht informatiemanager moeten zijn en ons bewust moeten zijn van onze (toenemende) afhankelijkheid van informatie en ICT. Het rapport is in mijn ogen daarom teveel gericht op de informatiemanagers zelf, terwijl het misschien wel beter is als de informatiemanagers van professie zichzelf proberen overbodig maken.
Abonneren op:
Posts (Atom)