Gisteren heb ik tijdens de SURF Onderwijsdagen in Utrecht een workshop verzorgd onder de titel ‘Top-down versus bottom-up: implementatie van ICT in het onderwijs’. Het betrof een verplichting vanuit mijn vorige werkkring. Toch heb ik gemerkt dat het achterliggende vraagstuk generiek is en ook zeker van toepassing in mijn nieuwe werkkring.
Achtergrond van de workshop was het door mij en mijn collega’s van de HU uitgevoerde onderzoek naar succesfactoren voor instellingsbrede implementatie van ICT in het onderwijs. We hebben toen zeven succesfactoren (noodzaak, nabijheid, consistentie, sturing, communicatie, begeleiding en betrokkenheid) geïdentificeerd en die in een hanteerbaar referentiekader geplaatst. Er spelen twee dimensies bij instellingsbrede implementaties: de afstand tussen de huidige en de gewenste situatie enerzijds en de afstand tussen centrale en decentrale belangen anderzijds.
Tijdens de workshop hebben we aan de hand van drie stellingen een discussie gevoerd:
- Een zuivere top-down benadering is passend als er nauwelijks weerstand verwacht wordt
- Een bottom-up benadering is passend als er sprake is van veel onzekerheden
- Met effectieve communicatie is het dilemma top-down versus bottom-up te vermijden
1 opmerking:
Dit dilemma heeft ook filosofische ondertonen. Ik kwam het tegen bij het bestuderen van de Chinese reacties op het Christendom in de 17e eeuw, waar een top-down metafysisch system (scholastiek-christelijke wereldbeschouwing) zich indrong in een bottom-up levensgevoel (Chinees humanisme, post-modern avant la lettre).
Zie een passage in mijn scriptie
Een reactie posten