In de bijlage Wetenschap & Onderwijs van NRC Handelsblad van vandaag stond een aardig artikel over wetenschappelijke weblogs. "Veel wetenschappers beginnen een logboek op internet over hun vakgebied. Weblogs zijn nog geen geaccepteerde bronnen, maar hun invloed groeit." Scienceblogs trekt bijvoorbeeld maandelijks meer dan een miljoen bezoekers.
Nu zie je de invloed van weblogs misschien niet direct terug in wetenschappelijke publicaties, het is wel een manier om meer aandacht te krijgen voor je eigen wetenschappelijk werk, ook buiten de directe kring van vakgenoten en andere wetenschappers. De Open Access-beweging kan ook langs deze weg een extra impuls krijgen. Maar het is ook een andere manier om onderzoek te doen: via je weblog verzamel je bijvoorbeeld commentaar op je eerste versie van je artikel, al moet je dan natuurlijk niet bang zijn dat je ideeën door iemand anders gekaapt worden.
KNAW-president Frits van Oostrom leest nooit wetenschappelijke weblogs. Hij ziet ook niemand in zijn omgeving ernaar verwijzen. "De meeste Akademieleden zijn natuurlijk wat ouder", verklaart hij. Nobelprijswinnaar Gerard 't Hooft wordt ook aangehaald in het NRC-artikel over wetenschappelijke weblogs: "Er staat een hoop flauwekul op. Mensen die weblogs hebben, zitten vaak in het alternatieve circuit en schoppen tegen de gevestigde orde. Ze voelen zich buitengesloten van de academische wereld en gaan dan publiceren op internet. Het is een ongecontroleerd medium waar vaak rare ideeën op te vinden zijn."
Nu is mijn weblog natuurlijk verre van wetenschappelijk en eigenlijk ook meer voor mezelf bedoeld, dan dat ik pretenties heb richting het grote publiek, maar ik ben toch benieuwd hoe de aangehaalde wetenschappers over vijf jaar over weblogs zullen oordelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten