Afgelopen weekend ben ik eindelijk toegekomen aan het boek Het zijn net mensen (Amsterdam: Podium, 2006) van Joris Luyendijk. De auteur heeft sociale wetenschappen en Arabisch gestudeerd en was van 1998 tot 2003 correspondent in het Midden-Oosten. Hij heeft overigens een half jaar bij het KNAW-instituut NIAS doorgebracht om dit boek te kunnen afronden. Het mooie van het boek is de ontluisterende manier waarop hij zijn kennismaking met het journalistieke vak beschrijft. Uiteraard denk ik bij het lezen aan analogieën in mijn eigen werkverband.
“Ik bleek als correspondent verschillende verhalen te kunnen vertellen van dezelfde situatie. Media konden er daar maar één van brengen, en vaak was dit het verhaal dat het al bestaande beeld bevestigde.” Bij het lezen van deze zinnen moest ik gelijk denken aan de column van Margo Trappenburg in NRC Handelsblad van 25 april 2008, 'Geen draagvlak zoeken maar tegenspraak organiseren'. Een ander citaat: “Het schijnt normaal te zijn dat mensen ongemerkt de kleur aannemen van de organisatie waarvoor ze werken.” En: “Nieuws laat alleen zien wat afwijkt van het alledaagse, en als dat alledaagse onbekend is, krijg je een vertekend beeld.”
Het ongemak van de auteur met zijn vak als journalist blijkt echter vooral verklaard te worden door de onmogelijkheid van journalistiek in een dictatuur. Daar regeert angst, er zijn geen betrouwbare statistieken en de bronnen zijn er uiterst kwetsbaar. In Nederland kennen we natuurlijk geen dictatuur, maar soms zie je in de publieke sector trekjes daarvan. Niet voor niets schrijft Margo Trappenburg haar column. “Wat we nodig hebben bij iedere vernieuwing in de publieke sector is geen draagvlak maar tegenspraak.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten