Ik werk nu al ruim tien jaar in de publieke sector waarvan ongeveer de eerste helft als (externe) consultant en de laatste helft als manager. Ik kan dus wel wat begrijpen van de discussie die gevoerd wordt over managers in de publieke sector. Vaak is de klacht dat een gebrek aan kwaliteit van de publieke dienstverlening (onderwijs, politie, zorg) de schuld is van de managers. Meestal vond ik de bijdragen daarover in de media erg eenzijdig. Ik was dan ook aangenaam verrast toen ik dit weekend in Opinie & Debat van NRC Handelsblad een bijdrage vond van bestuurswetenschapper Mirko Noordegraaf van de Universiteit Utrecht met wat gezonde nuanceringen.
Hij schrijft: "De dwingende anti-managerdebatten gaan er te zeer van uit dat publieke managers bewust problemen veroorzaken; dat professionals per definitie goedbedoelend en effectief zijn; en dat uitvoerenden enkel last hebben van zakelijke methoden." Hij weerlegt deze veronderstellingen door er op te wijzen dat publieke managers zelf last hebben van de manier waarop zij aangestuurd worden, dat publieke managers de professionals juist ook in bescherming kunnen nemen en dat de professionals bepaald niet altijd professioneel zijn en geholpen moeten worden om buiten hun eigen specialistische kaders te kijken.
In feite geeft hij aan dat de wereld een behoorlijk stukje complexer is geworden in de afgelopen decennia en dat we bij de publieke dienstverlening een laag nodig hebben tussen politici en professionals. Dat moeten volgens hem managers zijn met gevoel voor de publieke sfeer en voor de eigenheid van publieke dienstverlening.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten