dinsdag, augustus 29, 2006

Kwaliteitszorg in het hoger onderwijs

In de afgelopen dagen heb ik nummer 3 (van dit jaar) van het Tijdschrift voor Hoger onderwijs & Management uitgelezen. Naast een zeer lezenswaardig artikel over het ontwerpen van kennisrijk competentiegericht onderwijs van de hand van mijn zeer gewaardeerde collega's Magda Ritzen en Marijke Hezemans bevatte het nummer veel bijdragen over accreditatie, het inmiddels ingeburgerde stelsel voor kwaliteitszorg in het hoger onderwijs.

Nu moet ik eerlijk zeggen dat ik altijd een zekere gereserveerdheid heb ten aanzien van kwaliteitszorg. Niet omdat ik zou vinden dat kwaliteit niet belangrijk is - integendeel, maar vooral omdat de stelsels voor kwaliteitszorg een werkelijkheid op zich kunnen worden. Verschillende aanwijzingen daarvoor zijn terug te vinden in dit themanummer. In hoeverre zijn de externe beoordelaars onafhankelijk? In hoeverre klopt hetgeen beschreven en gezegd wordt over de onderwijspraktijk met de werkelijkheid? Staan de inspanningen om aan het stelsel te voldoen in goede verhouding tot waar het écht om gaat? Kun je met een systeem voor kwaliteitszorg wel veranderingen of een bepaald niveau 'afdwingen', als dat bij de betrokken medewerkers niet van binnen uit komt? Zorgt een systeem voor kwaliteitszorg voor heel het hoger onderwijs niet voor een nivellerende werking?

Het lijkt me goed dat binnen een organisatie - en zelfs tussen organisaties binnen een sector - systematisch aan kwaliteitszorg wordt gewerkt, maar ik blijf erbij dat een dergelijk systeem bescheiden moet blijven, zowel wat betreft de uitgebreidheid ervan als wat betreft de conclusies die op basis daarvan getrokken kunnen worden.

dinsdag, augustus 22, 2006

Kennisuitwisseling of kennisontwikkeling

In Opleiding & Ontwikkeling 19 (6) gaat zowel de introductie als een artikel en een boekbespreking over kenniskringen. Het fenomeen kenniskring bestaat al langer, maar in de laatste jaren heeft het een nieuwe invulling gekregen als onderzoeksgroep van de lectoraten in het hoger beroepsonderwijs.

Meer in het algemeen is een kenniskring een "groep mensen die kennis wil verbreden, verdiepen en met elkaar wil delen". Nu is het delen van kennis (én ervaring) op zich al goed, maar het zou - vanuit kosten-batenperspectief - beter zijn als het ook tot verbreding en verdieping komt. Daarvoor worden in het artikel en het besproken boek (Faciliteren van kenniskringen, door Jeannet Kant en Cees Sprenger) handige tips gegeven. Er moet echter wel vanaf het begin op gestuurd worden, volgens Marinka Kuijpers. Gebeurt dat niet, "dan is het gevaar groot dat het proces blijft steken in kennisuitwisseling en dat de producten beperkt blijven tot meer kennis bij de individuele leden van de kenniskring".

vrijdag, augustus 18, 2006

Competentiegericht opleiden en toetsen

In de afgelopen week heb ik het boek Competentiegericht opleiden en toetsen: Theorie en praktijk van flexibel leren van de hand van Filip Dochy en Goele Nickmans gelezen (Lemma, 2005). Het boek zette voor mij weer eens op een rij welke mogelijke vormen er zijn voor competentiegericht onderwijs (CGO). Voor de ingewijden is CGO een begrip, waar veel discussie over is, maar wel zo dat soms nauwelijks verder wordt gekeken naar het begrip. Ook in dit boek geven de auteurs een definitie, maar geven ook aan hoe CGO in de praktijk gerealiseerd kan worden. Nuttig, soms wat onoverzichtelijk.

Het is ook goed dat in dit boek heel nadrukkelijk de verbinding tussen opleiden en toetsen gelegd wordt. Volgens mij kun je niet goed opleiden als je niet weet hoe je de ontwikkeling bij de studenten gaat toetsen. En, als er vernieuwd onderwijs wordt ingevoerd maar er wordt traditioneel getoetst, dan is de vernieuwing voor niets geweest. Eigenlijk is het gewoon veel beter om eerst de toetspraktijk te vernieuwen, dan komt de onderwijsvernieuwing vanzelf. Sterker nog: misschien zou het hoger onderwijs wel volledig uit toetsen (formatief én summatief) moeten bestaan en kunnen we de rest aan de studenten overlaten.

dinsdag, augustus 08, 2006

Met een stapel boeken op vakantie

Afgelopen vrijdag ben ik teruggekomen van twee weken vakantie in de Achterhoek. Natuurlijk had ik boeken meegenomen waar ik anders niet zo snel aan toekom. Maar ja, met die hoge temperaturen en een gezin met drie jonge kinderen schiet het lezen niet altijd op. Drie boeken heb ik uitgelezen: Geloof van de Sloveense filosoof en cultuurcriticus Slavoj Žižek (Routledge, 2002), Pragmatisme van de Amerikaanse filosoof en psycholoog William James (Veen Magazines, 2005 – voor het eerst gepubliceerd in het Engels in 1907) en Modes in management: een filosofische analyse van populaire organisatietheorieën van filosoof en organisatiedeskundige René ten Bos (Boom, 2005).

Het is niet gemakkelijk om in kort bestek samen te vatten wat ik van deze drie boeken geleerd heb. Frappant is dat in alledrie de boeken het rationalisme (of het rationele denken) het zwaar te verduren krijgt en dat een pleidooi gevoerd wordt voor meer pragmatisch denken. Volgens Žižek – in zijn niet altijd eenvoudig te volgen boek – zijn we ten diepste allemaal gelovig. James benadrukt dat we bij allerlei discussies ons vooral moeten afvragen wat de praktische consequenties zijn van het ene of het andere standpunt. Ten Bos analyseert in zijn boek allerlei managementmodes (strategie, leiderschap, cultuur, lerende organisatie) en de rol die goeroes en consultants daarbij spelen, en komt tot de paradoxale stelling dat de modes niet modieus genoeg zijn. Er zou meer bij stilgestaan moeten worden dat de managementmodes aansluiting vinden bij het denken van managers (meer dan de rationele wetenschappelijke vertogen dat doen) en een kritisch potentieel hebben. Veel managementmodes hebben echter utopische elementen, wat bijvoorbeeld blijkt uit een eenduidig stappenplan om tot de ideale organisatie te komen. Een modieuze benadering zou meer lichtvoetig omgaan met de onheldere en toch al niet te diepe bodem onder organisaties.

Overigens heb ik inmiddels een begin gemaakt met de twee voor niets meegenomen boeken: Schitterend ongeluk of sporen van ontwerp?, een bundel over toeval en doelgerichtheid in de evolutie met bijdragen van verschillende vakwetenschappers onder redactie van Cees Dekker, Ronald Meester en René van Woudenberg (Ten Have, 2005) en de winnaar van de Socrates Wisselbeker 2006 Geografie van goed en kwaad, een vuistdikke verzameling filosofische essays van Andreas Kinneging (Spectrum, 2005).