vrijdag, december 28, 2012

Vooralsnog het einde

Zeven jaar geleden kreeg ik van mijn toenmalige collega's een lege weblog om te vullen. Ik schreef toen dat ik deze weblog wilde "gaan gebruiken voor mijn professionele ontwikkeling. Op twee manieren: a) ervaring opdoen met weblogs en b) resultaten van mijn professionele ontwikkeling doorgeven via deze weblog. Bij dat laatste moet je denken aan een congresverslag of aan een boekrecensie. Volgens mij moet het lukken om toch minimaal eenmaal per maand een stukje aan te leveren." Het werd gemiddeld eenmaal per week een bericht en na zeven jaren zijn er dan 350 berichten. Een goed moment om er vooralsnog mee te stoppen.

Ik ga uiteraard wel door met mijn professionele ontwikkeling. Zo zal ik boeken en tijdschriften en digitale publicaties blijven lezen, naar bijeenkomsten gaan. En in het voorjaar van 2013 staat in elk geval nog een masterclass Financieel Management bij TiasNimbas gepland. Ook zal ik blijven reflecteren op wat er in mijn werk gebeurt. Het was altijd wel lastig dat lang niet al mijn observaties met het grote publiek gedeeld konden worden. Zo kreeg ik zowel van binnen als van buiten mijn werkkring wel eens opmerkingen dat ik toch moest uitkijken met wat ik schrijf - en dat terwijl ik altijd bescheiden heb willen zijn.

Het lijkt me wel eens aardig om na verloop van tijd mijn berichten nog eens grondig na te lezen. De thema's hadden veelal direct met mijn werk te maken: onderwijs(innovatie), onderzoek, ICT, architectuur, informatiemanagement, informatiebeveiliging, open access. Maar de laatste jaren ook steeds meer generiek: algemeen management, governance, leiderschap en strategie, human resource management, psychologie, sourcing en shared service centers, project- en verandermanagement, risicomanagement. De voor mij onbedoelde en onbekende lezers (er waren tot wel 450 pageviews per maand) zullen vast nog wel eens van mij horen of zien, hoe dan ook.

donderdag, december 27, 2012

Onder professoren

Niet lang na Ontsporing van Diederik Stapel ben ik Onder professoren van W.F. Hermans gaan lezen. Ik had dat boek nog nooit gelezen, hoewel het me in de wereld van de wetenschap vaak aangeraden was. Het is lang niet verkrijgbaar geweest, maar vorig jaar opnieuw uitgegeven door De Bezige Bij. Mijn vermoeden was dat het beeld van Onder professoren in essentie niet veel anders zou zijn dan dat van Ontsporing. In beide gevallen wordt de status van wetenschap in elk geval behoorlijk onderuit gehaald. Professoren (maar ook: psychiaters, studenten, bestuurders) zijn net mensen.

Stapel erkende dat hij met zijn fraude de wetenschap naar beneden heeft gehaald. De wetenschap heeft minstens twee gezichten: "dat van het heilige bastion boven op de berg waar hogepriesters in lange gewaden de waarheid bezingen, en dat van de modderpoel beneden in het dal waar gewone mensen kreunend en steunend, schrapend en gravend, op zoek zijn naar iets van waarde en belang. Door mijn wangedrag is het aardse geploeter in de modder op de voorgrond komen te staan en het heilige bezingen van de waarheid naar de achtergrond gedrongen. (...) Mijn wangedrag openbaarde dat in die in een toga gehulde hooggeleerde heer een onoprechte rommelaar schuilging en suggereerde daarmee dat de heilige status die in de maatschappij aan de wetenschap wordt toegekend hier en daar wellicht op drijfzand is gebaseerd." (Ontsporing, p. 258v)

Het boek Onder professoren is geschreven in een andere episode, maar toont op zijn minst ook twee gezichten van de wetenschap. Het is aardig dat de 'modderpoel' van Stapel ook de naam is van het universiteitscomplex waar de hoofdpersoon van Onder professoren werkt. Die hoofdpersoon krijgt voor zijn noeste arbeid een hoge beloning, de Nobelprijs voor de Scheikunde, en komt dan in een situatie terecht waar hij niet wil wezen. Na meer dan vierentwintig uur had hij er nog geen minuut plezier aan beleefd (Onder professoren, p. 244). En: "Voor driehonderdduizend gulden, dacht hij, ben ik een figuur geworden in een toneelstuk dat geschreven is door een gek." (p. 360)

Kennelijk kun je maar beter niet al te 'hoog in de boom' terecht komen, want dan gebeuren er dingen waar je geen grip op hebt. Het is niet alleen "Hoge bomen vangen veel wind", maar ook "Wie hoog staat, kan diep vallen." Dat laatste was toevallig ook het thema van de kerstnachtdienst van de Sint Janskerk in Gouda. En al sta je hoog, wat ben je dan anders? Of, zoals de hoofdpersoon en zijn vrouw uit Onder professoren zeggen over rijkelui in Monaco: "Maar ze doen natuurlijk alles precies als wij. Wat zouden ze anders moeten doen?" (p. 439)

zaterdag, december 08, 2012

Wat kunnen we weten?

Wat kunnen we weten? Dat is één van de hoofdvragen uit de filosofie. Jan Marijnissen zei in een column in NRC Handelsblad deze week: "Wat is nog wat het lijkt?" Hij hekelt daarin het indivualisme en de cultuur van het wegkijken naar aanleiding van recente schandalen. "Er is welhaast geen sector van onze westerse samenleving meer die niet in de afgelopen tijd besmeurd is geraakt door schandalen." Hij heeft het dan over de banken, de woningbouwcorporaties, de farmaceutische industrie, de rechtspraak en advocatuur, de gezondheidszorg, de journalistiek, de politiek en ook over "een wetenschapper die de data onder zijn beweringen gewoonweg verzint en dat jaren kan blijven doen". Het gaat dan over Diederik Stapel over wiens frauduleuze praktijken vorige week de commissies Levelt, Noort en Drenth hun bevindingen rapporteerden.

Nu heeft Diederik Stapel - slim als hij is - tegelijkertijd met zijn publieke spijtbetuiging een boek met de titel Ontsporing gepresenteerd. Doorgaans houd ik niet van dit soort 'egodocumenten', maar nu wilde ik het toch wel lezen. Ik denk om drie redenen: 1) Het gaat om een grove ontsporing in de sector waar ik zelf werkzaam in ben. 2) Ik ben benieuwd wat zo iemand bezielt en bezield heeft. 3) Ik ben benieuwd wat dit over de samenleving zegt. Ten aanzien van dat laatste is ook door anderen wel gezegd dat de context waarin de fraude ontstaat, de mensen die rondom de fraudeurs (in welke sector dan ook) stonden, niet vrijgepleit kunnen worden. Is - zoals Marijnissen zegt - de samenleving inderdaad ontzield en zijn de mensen van elkaar en van zichzelf vervreemd?

"Geld, status en macht: het zijn perverse prikkels die er toe kunnen leiden dat er in geval van twijfel af en toe een oogje wordt dichtgeknepen." Aldus Stapel. En ook: "Er is veel jaloezie, haat en nijd in dit extreem competitieve vak." In de samenleving zijn we misschien wel steeds meer toneel gaan spelen, dat is althans wat ook bij mij naar boven kwam naar aanleiding van Stapels eigen levensbeschrijving. En zijn we dan wel echt betrokken op elkaars wel en wee? Laten we ons meeslepen door heersende mores? En zijn we ons wel bewust van al dat toneelspel om ons heen? Wat kunnen we eigenlijk nog weten, als we ook al niet eens meer op wetenschap kunnen vertrouwen? Of op elkaar, in welke sector dan ook? Veel van wat we weten berust immers op vertrouwen.