vrijdag, juni 29, 2012

Alles heeft een prijs

Dit blog item is geen steunbetuiging aan het marktdenken, maar een nadere reflectie op een bekend dilemma: flexibiliteit versus standaardisatie. Dit dilemma speelt op veel niveaus in de samenleving: tussen klant en leverancier, reiziger en vervoersbedrijf, werknemer en werkgever, kind en opvoeder, kiezer en politieke partij. Het dilemma houdt in dat de eerste partij (één uit velen) steeds op maat bediend wil worden en dat de tweede partij rekening moet houden met die 'velen' en bovendien vaak ook nog andere beperkende factoren kent. De eerste partij wil maximale vrijheid, de tweede partij wil vooral een consistent verhaal dat ook nog eens uitvoerbaar is. Mijn veronderstelling is dat dit dilemma zich sterker voordoet naarmate de individualisering in de samenleving toeneemt. Is het alleen maar "ikke, ikke" of zijn we ook nog bereid om te delenen te accepteren dat niet alles kan wat ik graag wil?

Dit verhaal kwam bij mij naar boven nadat ik vanmiddag tijdens een zogenaamde kennismiddag bij de KNAW had geluisterd naar een presentatie en discussie over ontwikkelingen in het gebruik van ICT (end using computing). De ICT-gebruiker in een organisatie wil vrijheid, wil maximale toegang (the sky is the limit) en wel vanaf zijn eigen apparaat (bring your own device). De ICT-leverancier wil controle en let op kosten en (beveiligings)risico's. Als de ICT-gebruiker zijn zin krijgt en de ICT-leverancier al die gebruikers moet bedienen, dan stijgen de kosten enorm of loopt alles in de soep (en dat heeft ook een prijs). Als de ICT-leverancier alleen zijn zin krijgt, dan raakt de ICT-gebruiker gefrustreerd en kiest alsnog zijn eigen weg, buiten de ICT-leverancier om, en dan is er van controle geen sprake meer. Ook dat heeft zijn prijs.

Het is de kunst voor de tweede partij (leverancier, vervoersbedrijf, werkgever, opvoeder, politieke partij) om een beheersbare flexibiliteit te bieden, een begrensde vrijheid. Dus niet meer 'de zorg van de wieg tot het graf' bij wijze van spreken, maar: deeloplossingen bieden, naar alternatieven verwijzen, randvoorwaarden invullen. De eerste partij zal vooral door het bekijken van alternatieven er achter moeten komen dat alles een prijs heeft, financieel en niet-financieel, op de korte en de lange termijn. Zo hoeven beide partijen niet tegenover elkaar te staan of gefrustreerd te raken, maar kunnen ze samen zoeken naar het beste voor alle partijen.

donderdag, juni 21, 2012

Winnetou-principes

Voor mijn 40e verjaardag kreeg ik onlangs een klein boekje cadeau: Wat zou Winnetou gedaan hebben? Wijsheden voor managers. Nu heb ik in mijn jonge jaren slechts één of twee boeken van Karl May over deze beroemde indianenhoofdman gelezen en daar is mij weinig van bijgebleven. Alle reden dus om me te laten verrassen en te laten "glimlachen". Het zijn geen echt nieuwe wijsheden, maar ze worden wel leuk gebracht. Volgens het 'Voorwoord' draait het "in de aard van de zaak altijd om verantwoord en weloverwogen handelen".

In het boekje staan tien principes, uitgelegd en aangevuld met verhaaltjes en spreuken van meer of minder bekende denkers. De principes zijn: 1) Wees edelmoedig. 2) Wees de beste. 3) Wees wijs met je jachtgronden. 4) Leg je oor op de rails. 5) Help jezelf. 6) Leid je stam met krachtige hand. 7) Blijf jezelf trouw. 8) Respecteer je vijanden. 9) Begraaf de strijdbijl. 10) De aarde is van ons allemaal.

De principes zijn natuurlijk allemaal even belangrijk, maar mij sprak het principe 'Respecteer je vijanden' wel aan en niet omdat ik nu zoveel vijanden heb. De uitleg: "Soms zijn vijanden je beste vrienden. Ze dagen je uit en maken het beste in je wakker. Kijk goed wat je concurrenten doen. Leer van hen. Herken hun sporen, maar mijd hun platgetreden paden. Ga je eigen weg en tooi je niet met andermans veren." Bijbehorende spreuk van John Steinbeck: "Het is beter om je met betrouwbare vijanden te omringen dan met onbetrouwbare vrienden." Een beetje competitie in de werkomgeving is niet verkeerd, het houdt je scherp.

vrijdag, juni 15, 2012

Tools voor onderzoekinformatie

In het zeer leesbare rapport 'Research information management: developing tools to inform the management of research and translating existing good practices' (2010) staan onderzoekinformatiesystemen centraal. Blijkens het rapport zijn daar (bij de Engelse universiteiten) nog wel wat verbeteringen te bereiken. "Yet there also appears to be considerable dissatisfaction  with the systemes on offer, and a lack of coordination between institutions as each implements their own solution to problems that are shared across the sector." Nu wil het geval dat recent in Nederland een gemeenschappelijke Europese aanbesteding voor een nieuw nationaal onderzoekinformatiesysteem mislukt is.

Er zijn vele redenen om onderzoekinformatie te verzamelen. Er is een intern perspectief (doen we wat we wilden doen) en er is een extern perspectief (hoe doen we het in vergelijking met anderen). Er zijn ook verschillende stakeholders met eigen behoeften en belangen: "academics, managers, operational staff, and strategists". En dan zijn er nog verschillen tussen de onderscheiden disciplines. Deze diversiteit maakt het afspreken van standaarden en samenwerking in het algemeen niet eenvoudig. En kom dan maar eens aanzetten bij een leverancier. "How educated are we at asking suppliers the right questions?"

Bij informatiesystemen bestaat altijd een zekere angst voor wat er gebeurt met de opgeslagen informatie. Er is bijvoorbeeld "fear that individual data would be used to judge performance of academics". Toch heb je informatie nodig om besluiten te kunnen nemen. Je moet dan enerzijds goed weten welke informatie je nodig hebt en anderzijds stimuleren dat die informatie ook correct wordt aangeleverd. Voor dat laatste is efficiëntie en gebruiksvriendelijkheid van de systemen cruciaal. "One of the most worrying findings from this study is the significant amount of time wasted across the sector through duplicate data entry and the negative implications of this for data quality." Een andere belangrijke constatering tot slot is dat de verantwoordelijkheid (het eigenaarschap) voor tools voor onderzoekinformatie (en daarmee de sturing op het onderzoek zelf) vaak niet goed is ingevuld. En waar begin je dan aan?

dinsdag, juni 12, 2012

Research Management

De komende tijd zal ik me wat meer richten op research management en dan met name het administratieve deel. In dat kader werd ik geattendeeerd op een rapport over het professionaliseren van de research management functie. Het rapport is het resultaat van een onderzoek onder de staf van twintig Engelse universiteiten. Research management is heel breed, "[it] embraces anything that universities can do to maximise the impact of their research activity". In het rapport wordt wel duidelijk dat die brede staffunctie op heel verschillende manieren wordt ingevuld. In de conclusies worstelen de auteurs met de vraag hoe deze staffunctie - op nationale schaal - geprofessionaliseerd kan worden.

De context van research management vind ik op zich erg interessant, maar het rapport bepaalde mij meer bij de algemene vraag hoe je omgaat met een ontwikkelingsbehoefte zonder een duidelijke wil om te veranderen. In het rapport worden de grote verschillende tussen de invulling van de research support functie geproblematiseerd, maar "strikingly, within each university there is overall confidence of their own structure, whilst, somewhat anomalously, there is also significant evidence of constant and ongoing change to those structures." De auteurs vinden het een grote uitdaging "to understand how an embryonic community, within an  irregular landscape, aggregates so as to develop. Many of the views expressed were introspective and defensive of the current position."

De oorspronkelijke vraag achter het onderzoek was of er behoefte is aan de ontwikkeling van een professioneel kader voor research management. Volgens de auteurs is er een significante behoefte, maar ze zien niet zo gauw de mogelijkheden daartoe. "It is the irregularity of Research Management that creates difficulties in building a coherent professional framework that is broad enough to cater for the needs across the sector." Het rapport lezend valt me op dat er kennelijk a) geen noodzaak of urgentie is en b) ook geen eenduidige probleemeigenaar. Zolang die factoren niet zijn ingevuld, is iedere gewenste ontwikkeling een moeilijke onderneming.

vrijdag, juni 08, 2012

Nieuwe paradigma's?

In Educause Review van mei/juni trof ik een bijdrage aan met "forward-looking observations about the emerging impact of information technology on scientific research". Dat spreekt mij als informaticus en wetenschapsfilosoof natuurlijk bij voorbaat aan. Een van de vragen in het artikel stond ook al centraal in mijn afstudeerscriptie in 1997, namelijk of de introductie van computers zorgt voor nieuwe paradigma's in de wetenschap. In het artikel wordt heel overzichtelijk beschreven hoe - met instrumenten, wiskunde, computersimulaties en databases - de slagkracht van de wetenschap in de afgelopen eeuwen sterk is uitgebreid. "The use of information technology is propelling scientific research forward in many ways."

Het is volgens mij volstrekt duidelijk dat IT (informatietechnologie) de wetenschap verandert, net zoals de samenleving verandert door IT. De impact is zeer groot, maar in essentie verandert het wetenschappelijk onderzoek niet, zo lijkt mij. Het observeren en experimenteren enerzijds en het beschrijven en verklaren anderzijds blijft de kern van wetenschappelijk onderzoek. In mijn afstudeerscriptie voor filosofie concludeerde ik dat computersimulaties "het beste getypeerd kunnen worden als een tussenweg tussen de meer traditionele methoden van theorievorming en experiment". In die zin ben ik volgens het artikel een van de "conservative observers" die zeggen dat "computation and big data make only quantitative changes in what we can do, not qualitative ones." Er is niets nieuws onder de zon.