Dit blog item is geen steunbetuiging aan het marktdenken, maar een nadere reflectie op een bekend dilemma: flexibiliteit versus standaardisatie. Dit dilemma speelt op veel niveaus in de samenleving: tussen klant en leverancier, reiziger en vervoersbedrijf, werknemer en werkgever, kind en opvoeder, kiezer en politieke partij. Het dilemma houdt in dat de eerste partij (één uit velen) steeds op maat bediend wil worden en dat de tweede partij rekening moet houden met die 'velen' en bovendien vaak ook nog andere beperkende factoren kent. De eerste partij wil maximale vrijheid, de tweede partij wil vooral een consistent verhaal dat ook nog eens uitvoerbaar is. Mijn veronderstelling is dat dit dilemma zich sterker voordoet naarmate de individualisering in de samenleving toeneemt. Is het alleen maar "ikke, ikke" of zijn we ook nog bereid om te delenen te accepteren dat niet alles kan wat ik graag wil?
Dit verhaal kwam bij mij naar boven nadat ik vanmiddag tijdens een zogenaamde kennismiddag bij de KNAW had geluisterd naar een presentatie en discussie over ontwikkelingen in het gebruik van ICT (end using computing). De ICT-gebruiker in een organisatie wil vrijheid, wil maximale toegang (the sky is the limit) en wel vanaf zijn eigen apparaat (bring your own device). De ICT-leverancier wil controle en let op kosten en (beveiligings)risico's. Als de ICT-gebruiker zijn zin krijgt en de ICT-leverancier al die gebruikers moet bedienen, dan stijgen de kosten enorm of loopt alles in de soep (en dat heeft ook een prijs). Als de ICT-leverancier alleen zijn zin krijgt, dan raakt de ICT-gebruiker gefrustreerd en kiest alsnog zijn eigen weg, buiten de ICT-leverancier om, en dan is er van controle geen sprake meer. Ook dat heeft zijn prijs.
Het is de kunst voor de tweede partij (leverancier, vervoersbedrijf, werkgever, opvoeder, politieke partij) om een beheersbare flexibiliteit te bieden, een begrensde vrijheid. Dus niet meer 'de zorg van de wieg tot het graf' bij wijze van spreken, maar: deeloplossingen bieden, naar alternatieven verwijzen, randvoorwaarden invullen. De eerste partij zal vooral door het bekijken van alternatieven er achter moeten komen dat alles een prijs heeft, financieel en niet-financieel, op de korte en de lange termijn. Zo hoeven beide partijen niet tegenover elkaar te staan of gefrustreerd te raken, maar kunnen ze samen zoeken naar het beste voor alle partijen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten