woensdag, juli 30, 2008

Beleidsuitdagingen van e-science

In de AWT-nieuwsbrief van juli 2008 wordt verslag gedaan van een bijeenkomst van de AWT en het Rathenau Instituut over de beleidsuitdagingen van e-science. Zelf heb ik nog een bijdrage geleverd aan de opstart van het adviestraject van de AWT, maar ik kon helaas niet bij de bijeenkomst zijn.

"Het is duidelijk dat e-science de wetenschap gaat veranderen, alfa, bèta én gamma. Daarnaast is e-science zelf meer en meer een wetenschap." Aldus Joop Sistermans in zijn 'Van de voorzitter'. Inderdaad komen er door ICT nieuwe mogelijkheden beschikbaar voor de wetenschap: de manier waarop en de mate waarin onderzoeksgegevens bestudeerd kunnen worden, de mogelijkheden om wereldwijd samen te werken en nieuwe manieren waarop oude en nieuwe inzichten gedeeld kunnen worden. Toch ben ik het eens met Paul Wouters dat "e-science niet zozeer een nieuwe vorm van wetenschap [is], maar een aanvulling op bestaande onderzoeksmethoden, die heel succesvol kan zijn als men er zorgvuldig mee omgaat".

De AWT buigt zich momenteel over de vraag wat de overheid met de opkomst van e-science aanmoet. Ik ben heel benieuwd naar het advies dat dit najaar verschijnt. Het lijkt er nu in elk geval op dat de bal - teleurstellend - volledig bij de universiteiten en onderzoekers gelegd wordt.

vrijdag, juli 25, 2008

Het einde van de theorie?

In NRC Handelsblad van 24 juli 2008 stond op de voorpagina (komkommertijd!) een opvallende bijdrage met de kop: Een mooie theorie hoeft in de wetenschap niet meer. De bijdrage werd vervolgd op de pagina Wetenschap met als kop: Welkom in de tijd van de 'petabytes'. De redacteur haakte in op uitspraken van wetenschaps- en internetjournalist Chris Anderson in het technologieblad Wired.

Het idee is dat we in het computertijdperk veel meer data kunnen verzamelen en verwerken (petabytes = miljoenen gigabytes) en dat er dan geen sprake meer is van klassieke theorievorming (hypothese vormen, model maken, model toetsen e.d.), maar van patroonherkenning in de overvloed aan data. Volgens Anderson zouden onderzoekers eerst wiskundige analyses op de gevonden data moeten loslaten en daar vervolgens pas een passende context bij zoeken.

Het kan natuurlijk zijn dat ik het verkeerd begrepen heb, maar ik heb niet het idee dat hiermee geen theorieën en modellen meer nodig zijn. Een ontdekt patroon in een grote hoeveelheid data vraagt toch nog steeds om een model en een theorie, om een verklaring waarom het patroon is zoals het lijkt te zijn? En heeft Anderson dan niet in de gaten dat tussen de opgeslagen data en de werkelijkheid waar deze data betrekking op hebben, nog een wereld ligt die om interpretatie en om verklaring vraagt?

Voor het einde van de theorie ben ik niet bang. Wel voor het verdwijnen van de interesse voor een theorie. Het lijkt een beetje als het blind vertrouwen op opiniepeilingen en statistieken. Als dat de waarheid zou zijn ... Ook dacht ik terug aan mijn afstudeerscriptie voor filosofie: volgens mij wordt in het computertijdperk de wetenschap niet fundamenteel anders.

woensdag, juli 16, 2008

Informatiebeleid

In deze zomerperiode - komkommertijd voor kranten en tijdschriften - houd ik me bezig met de begroting 2009-2012, integratie van ICT-dienstverlening binnen de KNAW, opstellen van informatiebeleid, pakketselectie voor relatiebeheer en het vervullen van vacatures binnen de afdeling, in de hoop zelf in augustus er even tussenuit te kunnen. Ik kom er steeds meer achter dat de kern van dit alles informatiebeleid is en dat ik daar onvoldoende tijd voor heb of neem.

Waarom is beleid vaak niet in trek? Omdat er dan vooruitgedacht moet worden? Omdat het een beknotting van vrijheden kan betekenen? Omdat het simpelweg niet nodig is? Beleid maken vergt het hebben van inzicht en overzicht, weten hoe een en ander met elkaar samenhangt, weten wat er nodig is en waar het naar toe moet, afspraken en keuzes maken.

Informatiebeleid betreft de wereld van informatievoorziening en informatiesystemen - het gebied tussen de bedrijfsprocessen en de technische infrastructuur - en de organisatie daarvan. Informatiebeleid is nodig om keuzes te kunnen maken inzake informatiesystemen en ook voor het digitaliseren, duurzaam archiveren en beveiligen van informatie. Zonder (expliciet) informatiebeleid is iedere investering in ICT een gok en dus een risico.

dinsdag, juli 08, 2008

Focus op energie besparen en duurzaamheid

Het vakblad IT Executive had onlangs een themabijlage over energie besparen en duurzaamheid. Duurzaam ondernemen staat op de agenda van veel ondernemingen en het valt op dat milieucriteria ook meer in beeld komen bij beslissingen over IT. Door een grotere inzet van IT stijgt de energiebehoefte en bovendien stijgen de kosten van energie zelf ook. Door IT efficiënter in te zetten zijn grote kostenbesparingen te realiseren. Volgens Gartner wordt 2% van de wereldwijde uitstoot vn CO2 veroorzaakt door IT.

Enkele maatregelen die in de themabijlage naar voren komen:
  • Consolideren en virtualiseren van applicaties, opslag en servers
  • Niet gebruiken van wat je niet nodig hebt (bijv. uitzetten van computers na gebruik)
  • IT inzetten om op andere milieubelastende uitgaven te besparen (bijv. reiskostenn voorkomen door videoconferencing)
  • Hergebruik of milieuvriendelijk afvoeren van hardware
Het fenomeen Greening the enterprise kan pas echt goed gestalte krijgen als het op het hoogste niveau in de organisatie aandacht krijgt. Immers, besparingen op het groene vlak kunnen alleen gehaald worden als niet alleen vanuit de IT maar ook door beslissers en eindgebruikers actief geparticipeerd wordt. En, de kosten en baten van al dan niet mileuvriendelijk beleid liggen vaak bij verschillende partijen: energiekosten, IT-kosten en reiskosten worden doorgaans niet op dezelfde kostenplaats geboekt.

donderdag, juli 03, 2008

Goed opdrachtgeverschap

Geregeld merk ik in mijn werk hoe belangrijk goed opdrachtgeverschap is voor een goede werking van geautomatiseerde informatievoorziening. Opdrachtgevers zijn zich niet altijd bewust van hun rol en verantwoordelijkheid in het geheel. Automatiseerders zijn daar echter wel afhankelijk van. De analogie met computers dringt zich op: als de input niet goed is, dan moet je van de output ook niet al te veel verwachten.

De Algemene Rekenkamer heeft onlangs een onderzoek afgerond naar aanleiding van het falen van veel ICT-projecten bij de overheid. Naar aanleiding van de rapportage zegt hoogleraar bestuurlijke informatiekunde Piet Ribbers in NRC Handelsblad van 2 juli: “Er is te veel vertrouwen in het oplossend vermogen van ICT. (…) De meeste mensen hebben geen idee hoe ingewikkeld zulke projecten zijn. Het gaat om nieuwe technologieën en om complexe organisaties. Als je dat niet beseft, krijg je de tegenslagen waarvan we nu getuige zijn. Maar de beslissers denken vaak dat ICT een wondermiddel is om allerlei problemen snel op te lossen.”

In de Automatisering Gids van 27 juni staan enkele bijdragen naar aanleiding van een recent onderzoek naar het niveau van volwassenheid van ICT binnen Nederlandse bedrijven. Het blijkt dat “IT en business nog steeds niet op één lijn” zijn, oftewel er is een kloof tussen opdrachtgeverschap vanuit de functionele kant (de vraagzijde) en de uitvoering vanuit de ICT (aanbodzijde). De verbeteringen moeten volgens dat onderzoek van de vraagzijde komen. “Daar ontbreekt het aan procesmatig denken. Als de business niet in staat is om bedrijfsprocessen kritisch tegen het licht te houden en te optimaliseren, wat ik vrijwel overal tegenkom, kan IT ook niet veel uitrichten.”

Te vaak wordt een automatiseringsafdeling als lastig ervaren, te traag en te bureaucratisch, maar eigenlijk zouden opdrachtgevers naar aanleiding daarvan zich moeten afvragen of ze wel weten wat ze precies verwachten en of ze wel duidelijk genoeg geweest zijn.