maandag, november 30, 2009

Crisis

Het moest er van komen: ook op mijn weblog een bericht n.a.v. de 'crisis', vooral ook omdat de media er vol van zijn. Het oktobernummer van het maandblad Informatie had als thema 'Crisis' met daarin een aantal aardige bijdragen. De crisis is in elk geval ergens goed voor. Iedere organisatie en ieder organisatieonderdeel moet zich afvragen: Waarom doen wij wat wij doen en kan dat niet efficiënter? Ook automatiseringsafdelingen moeten duidelijk maken dat niet meer alles kan (the sky is dus niet the limit). Bovendien moeten automatiseringsafdelingen nog meer aan de business (de vraagzijde) duidelijk maken dat daar het initiatief ligt.

Het meest interessante artikel was 'Effectieve sturing op IT-kosten' van een groep consultants van Nolan, Nortan & Co. Het gaat in dat artikel weliswaar over de financiële sector, maar naar mijn mening zijn de inzichten breder inzetbaar. De auteurs presenteren een eenvoudig stappenplan:
  1. Definiëren van heldere IT-producten en -diensten
  2. Bepalen van heldere tarifering van IT-producten en -diensten
  3. Realiseren van transparantie in afname van IT-producten en -diensten
  4. Realiseren van effectieve sturing op IT-kosten
Die laatste stap kan uitgevoerd worden door te sturen op de kosten per eenheid (goedkopere producten, standaardisatie, optimaliseren van processen), op het volume (minder afname door de business) en op het assortiment (reduceren van aantal applicaties). Geruststellend is dat in de slotparagraaf gesteld wordt dat nog weinig ondernemingen het vraagstuk van IT-kosten onder controle hebben. Toch zijn steeds meer organisaties hier mee bezig. "Het realiseren van effectieve IT-kostensturing blijkt in de praktijk echter geen eenvoudig project."

woensdag, november 18, 2009

Darwin en het Internet

Met zo'n titel scoor je natuurlijk wel. Het is de titel van de inaugurele rede van G. van Oortmerssen als bijzonder hoogleraar in 'De evolutie van Internet' aan de Universiteit van Tilburg. De tekst laat zich vrij gemakkelijk lezen en geeft een goed beeld van de ontwikkeling van het internet en de ontwikkelingen die daarmee gepaard gaan. Terecht begint de rede met: "We leven in een buitengewoon fascinerende tijd. We zitten midden in een revolutie. Een technologische revolutie die zijn invloed doet gelden op alle terreinen van het leven."

De rede loopt uit op het in elkaar schuiven van de doorgaande ontwikkeling van het internet en de evolutie van het leven. Bij de analyse van de ontwikkeling van ICT gebruikt de auteur drie begrippen: compressie, connectiviteit en complexiteit. Het gaat dan resp. over de miniaturisering van de techniek (wet van Moore), de toenemende verbondenheid in hybride netwerken en de toenemende ingewikkeldheid van ICT. De complexiteit verbindt de auteur tamelijk snel met begrippen als zelforganisatie en emergent gedrag, begrippen die in de evolutietheorie ook een rol spelen. In de visie van de auteur gaat de relatie tussen internet en evolutie verder dan een analogie. Internet is volgens hem de voortzetting van de evolutie, een volgende stap in de geschiedenis van de wereld.

Ik vind het fascinerend dat mensen een dergelijke visie hebben. Overigens wel vreemd dat hij totaal niet verwijst naar bijvoorbeeld Jos de Mul en het transhumanisme, maar dat terzijde. In de inaugurele rede komt meer dan eens voor dat het voorspellen van de toekomst een hachelijke zaak is. Bovendien had ik altijd begrepen dat evolutie niet doelgericht is. Aan het einde van de rede doet de auteur toch zijn best om inspanningen op het gebied van ICT-onderzoek op te voeren (uiteraard in zijn rol als directeur ICTregie) en invloed op de toekomst uit te oefenen. Het is volgens hem zelfs onvermijdelijk om ethische vragen te adresseren. Daar wringt volgens mij iets. Óf je gelooft dat de mens op gegeven moment voorbijgestreefd wordt door de techniek als nieuwe 'soort' in de terminologie van Darwin. óf je gelooft dat de techniek altijd een hulpmiddel blijft dat de mens ten dienste staat. In het laatste geval is investeren in ICT-onderzoek (en beantwoorden van ethische vragen) zeker gewenst, in het laatste geval zou ik de 'natuur' gewoon zijn werk laten doen.

dinsdag, november 10, 2009

Informatiestrategie

Vanuit zowel primaire als secundaire processen zou meer aandacht besteed kunnen worden aan de afhankelijkheid van informatie en informatievoorziening. Volgens mij wordt vaak te gemakkelijk en te snel naar 'de winkel' gegaan voor een 'kant en klaar product'. Of erger nog: er wordt in eigen beheer iets ontwikkeld, liefst iteratief, want dan hoeft vooraf niet al te veel nagedacht te worden. In het maandblad Informatie (51(9):30-35) stond een heel helder artikel over de waarde van een informatiestrategie.

"Om te kunnen bepalen waar, hoe en tegen welke prijs informatie en informatietechnologie de businessstrategie kunnen ondersteunen, moet een informatiestrategie worden toegepast." Informatie is een asset, net als geld, mensen, gebouwen, enz. "Informatiemanagement verdient een plaats in alle bedrijfsfuncties." Het gaat er bij een informatiestrategie om te evolueren van de bestaande naar de gewenste informatiearchitectuur. In de informatiearchitectuur gaat het om de samenhang tussen de bedrijfsprocessen, de applicaties en de technologie. "Een coherente informatiearchitectuur is het middel bij uitstek om de informatiestrategie succesvol toe te passen."

De titel van het artikel luidt: 'Informatiearchitectuur is geen voorbijgaande trend', maar het is ook zeker nog geen vanzelfsprekendheid.

maandag, november 02, 2009

Informatie en kennis?

Al geruime tijd lag er op mijn bureau het boek Omzien naar de toekomst. Jaarboek ICT en samenleving 2008-2009, verschenen eind 2008 bij Media Update onder redactie van Valerie Frissen en Jop Esmeijer. In deze bundel schreef Corien Prins een hoofdstuk met de titel 'Informatie: what's in a name?' Informatie is een diffuus begrip maar vertegenwoordigt volgens haar wel "een macht die allesbepalend lijkt te zijn voor de wijze waarop mensen zich in deze samenleving tot elkaar kunnen, zullen en moeten gaan verhouden" (51). Er komen steeds meer gegevens beschikbaar en vooralhet combineren van gegevens biedt veel mogelijkheden. Maar uiteraard ook veel risico's. Willen we zelf wel zoveel weten en willen we dat anderen zoveel over ons weten? En, weten we wel zeker wat we denken te weten? In het hoofdstuk van Prins is ook aandacht voor vraagstukken als het eigendom van informatie, informatiebeveiliging en digitale duurzaamheid. Het lijkt fantastisch, een informatiemaatschappij, maar het is ook enorm kwetsbaar. In een ander hoofdstuk wordt gesproken over de trend van toenemende controle en registratie. We leven steeds meer in een 'infocratie'.

Een ander interessant hoofdstuk is van José van Dijck. De titel luidt 'De googlisering van de kennissamenleving'. Enkele citaten: "De scholier, student of wetenschapper die kennis vergaart, vertrouwt blindelings op zijn gereedschap. (...) Maar waar we nauwelijks bij stilstaan is dat zoek- en opslagsystemen, zoals die van Google, allesbehalve neutrale stukken gereedschap zijn. Kennis wordt niet zomaar gemedieerd door ICT, het wordt grotendeels geconstrueerd door digitale technieken." (85, 87) Ze stelt ook het solistische aspect aan de orde: "Kennis maken is een collectief proces, maar een zoekmachine die dat proces juist ondoorzichtig maakt, onttrekt zich aan de belangrijkste wetten van de kennisproductie: wetenschappelijke kennis moet altijd controleerbaar en verifieerbaar zijn. (...) Het geleidelijke proces van data omzetten in informatie, het contextualiseren van informatie zodat kennis ontstaat, en het leren wegen van kennis waardoor wijsheid de kans krijgt om te groeien, is niet vanzelfsprekend in de Google-samenleving. (...) Het leren kritisch analyseren van de informatiesystemen waarmee kennis geproduceerd wordt, is een essentiële schakel tussen kennis en wijsheid." (95, 97) Waarvan akte.

(Overigens is deze weblog wel gefabriceerd met Google-technologie.)