zaterdag, juni 27, 2009

Authentiek, politiek en religieus

Met de schrik van een nieuw nummer op de deurmat heb ik snel het juni-nummer van Filosofie Magazine (jaargang 18, nr. 5) uitgelezen. Hoewel ik in deze weblog hoofdzakelijk reflecteer op wat ik in de context van mijn werk tegenkom, kan het geen kwaad om zo af en toe wat dieper te gaan. Immers hoe je jezelf ziet, heeft ook gevolgen voor hoe je in je werk staat. Drie begrippen vielen me op in de artikelen: authentiek, politiek en religieus. Deze drie begrippen bepalen volgens mij het spanningsveld voor ieder mens (voor iedere medewerker), namelijk het jezelf kunnen zijn versus onderdeel zijn van een groter geheel en/of een traditie.

Als medewerker moet je authentiek kunnen zijn en je niet altijd hoeven aan te passen aan eisen van anderen. Aan de andere kant kampt iedereen met politieke vragen. "Politiek gaat over greep krijgen op de tijd, en dan met name op de toekomst en op het onverwachte." Ieder mens moet keuzes maken en wordt daarin beperkt door allerlei omstandigheden en de keuzes van anderen. "We zijn tot op zekere hoogte vrij, en tot op zekere hoogte niet".

Ten slotte wordt ieder mens in zijn keuzes voor een deel beperkt door de traditie, de cultuur waaruit die komt: gewoonten, rituelen, woorden. In zekere zin is ieder mens religieus. In Filosofie Magazine wordt aandacht gegeven aan een NWO-programma over de toekomst van het religieuze verleden. Het kan goed zijn om elkaar te "vertellen wat ons ten diepste beweegt en wat onze centrale waarden zijn en vooral ook wat voor consequenties dat heeft voor ons praktisch handelen."

vrijdag, juni 19, 2009

SSC IT bij universiteiten

Vandaag ben ik begonnen met het schrijven van het afsluitend essay voor de cursus Bedrijfskundig Veranderen. Onderwerp is de vorming van een Shared Service Center (SSC) voor IT bij de KNAW. In mijn postvakje lag deze week het tijdschrijft Compact met daarin het artikel ‘Wordt u al (goed en efficiënt) geholpen? Ervaringen met de invoering van een shared service center IT bij universiteiten’.

In dit artikel geven de auteurs een terugkoppeling van hun ervaringen met de inrichting van shared service centers IT bij een aantal universiteiten. De achtergrond is vaak dat men de kwaliteit van de IT-dienstverlening wil verbeteren en tegelijk de kosten ervan verlagen. Traditioneel kent de universitaire organisatie een ‘hybride’ organisatievorm (deels centraal en deels decentraal), hetgeen versterkt wordt door de wijze van financiering (eerste, tweede en derde geldstroom). Deze organisatievorm heeft ook effect op de organisatie van de IT-dienstverlening.

“De concentratie van IT-dienstverlening in een universitaire organisatie is geen sinecure. De afnemers van de decentrale IT-diensten zijn vaak sceptisch en verwachten geen verbetering door een shared service center. De decentrale gebruikers zijn vaak redelijk tevreden over het niveau van de lokale IT-dienstverlening. De angst bestaat nu juist dat bij de vorming van een shared service center dit niveau daalt, niet alleen qua deskundigheid, maar ook wat betreft flexibiliteit, korte overleglijnen, begrip voor de specifieke behoeften en klantvriendelijkheid.”

De auteurs geven vervolgens nog enkele aandachtspunten mee:
  • Zorg voor afstemming van de besluitvormings-, overleg- en communicatiestructuren op de nieuwe situatie.
  • Kies voor een geïntegreerde front office dichtbij de klant.
  • Maak ruimte voor creativiteit en flexibiliteit, met name waar het de IT-integratie in de primaire processen betreft.
  • Communiceer de noodzaak van verandering en wees open over een mogelijk lastige overgangsperiode.
  • Wees transparant over de aangeboden diensten, het kwaliteitsniveau en de kosten en rapporteer over de geleverde prestaties.

woensdag, juni 10, 2009

Costs and benefits of open access

"Open Access publiceren levert Nederlandse samenleving tot 133 miljoen op". Aldus een persbericht van SURFfoundation n.a.v. een onderzoek door een Australische econoom. Vandaag was ik als vertegenwoordiger van de KNAW aanwezig bij de presentatie van en discussie over het onderzoek: Costs and Benefits of Research Communication: The Dutch Situation. De bijeenkomst werd gehouden in het Ministerie van OC&W.

Een tiental genodigden werd gevraagd te reageren op het rapport. Als eerste de directeur Onderzoek en Wetenschapsbeleid van het ministerie. Het was aardig om te horen dat ze voor het einde van het jaar een beleidsnotitie beloofde over open access, waar dan een volgend kabinet mee aan de slag kan. Vervolgens was het woord aan de voorzitter van NWO en daarna was ik aan de beurt. In mijn reactie (iedereen moest in het Engels spreken) heb ik drie punten aangegeven: 1) Ik vraag me af of het wel zinvol is om een nationale situatie te onderzoeken, aangezien wetenschap vooral via disciplines georganiseerd is; 2) Wat betekent het voor de conclusies dat de onderzoeksresultaten gebaseerd zijn op niet al te stevig cijfermateriaal? Zou de business case ook een neutraal resultaat kunnen opleveren? 3) Een business case opstellen is al lastig, maar het realiseren van een business case is nog veel lastiger, aangezien de kosten en baten niet terug te voeren zijn tot dezelfde partij.

Het rapport en de bijeenkomst vond ik interessant en open access wil ik van harte steunen, maar het lijkt mij lastig om op basis van dit onderzoek conclusies te trekken. Ik vond het aardig om uit de mond van prof. Mackenzie Owen te horen, toen hij als 'onderzoeker' om een reactie gevraagd werd: "Open access is not necessary beneficious. I'm not interested in economics, but in my academic career."

zaterdag, juni 06, 2009

Computational Humanities

Op 4 juni was ik bij het KNAW-symposium over Computational Humanities. Voor mij een interessant onderwerp. Mijn filosofiestudie heb ik destijds afgesloten met een scriptie over de methodologie van computationele wetenschappen. Bovendien verwacht ik in mijn huidige functie binnen de KNAW ook meer met dit onderwerp te maken te krijgen. Er waren sprekers van binnen en van buiten de KNAW. Doelstelling was het verbinden van twee gebieden: de geesteswetenschappen en de computationele wetenschappen. Maken de geesteswetenschappen wel voldoende gebruik van moderne technologie?

De ICT maakt het mogelijk om onderzoeksvragen te beantwoorden die met enkel menselijke vermogens niet beantwoord hadden kunnen worden. Maar door de toepassing van ICT komen ook nieuwe onderzoeksvragen aan het licht. In de discussie bleek dat toepassing van ICT in de geesteswetenschappen of de natuurwetenschappen niet in alle opzichten vergelijkbaar zijn. Daarvoor is de aard van de onderzoeksobjecten en de methodologie te verschillend. Daar komt nog bij dat de toepassing van ICT in de wetenschap wel om modelmatig denken vraagt, hetgeen niet in alle vakgebieden vanzelfsprekend is.

Tot op heden gaat in de geesteswetenschappen veel aandacht uit naar de verzameling en ontsluiting van grote hoeveelheden data, terwijl met computational humanities een slag gemaakt zou kunnen worden in de richting van modellen, simulaties en visualisaties.