Op 4 juni was ik bij het KNAW-symposium over Computational Humanities. Voor mij een interessant onderwerp. Mijn filosofiestudie heb ik destijds afgesloten met een scriptie over de methodologie van computationele wetenschappen. Bovendien verwacht ik in mijn huidige functie binnen de KNAW ook meer met dit onderwerp te maken te krijgen. Er waren sprekers van binnen en van buiten de KNAW. Doelstelling was het verbinden van twee gebieden: de geesteswetenschappen en de computationele wetenschappen. Maken de geesteswetenschappen wel voldoende gebruik van moderne technologie?
De ICT maakt het mogelijk om onderzoeksvragen te beantwoorden die met enkel menselijke vermogens niet beantwoord hadden kunnen worden. Maar door de toepassing van ICT komen ook nieuwe onderzoeksvragen aan het licht. In de discussie bleek dat toepassing van ICT in de geesteswetenschappen of de natuurwetenschappen niet in alle opzichten vergelijkbaar zijn. Daarvoor is de aard van de onderzoeksobjecten en de methodologie te verschillend. Daar komt nog bij dat de toepassing van ICT in de wetenschap wel om modelmatig denken vraagt, hetgeen niet in alle vakgebieden vanzelfsprekend is.
Tot op heden gaat in de geesteswetenschappen veel aandacht uit naar de verzameling en ontsluiting van grote hoeveelheden data, terwijl met computational humanities een slag gemaakt zou kunnen worden in de richting van modellen, simulaties en visualisaties.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten