vrijdag, juni 29, 2007

Overlegstructuren

Binnen het Bureau van de KNAW staat nu het onderwerp 'overlegstructuren' op de agenda naar aanleiding van een recent uitgevoerd arbo-onderzoek. Binnen mijn eigen afdeling was ik daar al even mee bezig en nu staat in het magazine IT Beheer (juni 2007) een artikel over de zin en onzin van overlegstructuren. Gelukkig wordt erkend dat: "Gezien de vele raakvlakken met in- en externe partijen en de inherente complexiteit van de IT-functie moet het belang van onderlinge afstemming zeker niet onderschat worden." Maar er is ook nog zoiets als slagvaardigheid en effectiviteit.

Het artikel roept om om te kijken a) naar hiaten in de borging van onderlinge afhankelijkheden, b) de ondersteuning van strategische doelstellingen en c) het benodigde mandaat en vertegenwoordiging bij overlegstructuren. Ook is het goed om duidelijk onderscheid te maken in overleg vormen: Is het structureel of tijdelijk? Gaat het om advisering, besluitvorming of uitwisseling?

Ten slotte wordt nog gewezen op de psychosociale aspecten van overlegstructuren: deelnemen aan een overleg kan status geven en betrokkenheid genereren. Nuttig om bij dit alles weer eens stil te staan.

donderdag, juni 21, 2007

Digitalisering en dynamiek

Via ScienceGuide werd ik gewezen op de oratie Digitalisering en dynamiek van Paul Rutten, sinds 2006 hoogleraar Digitale Mediastudies in Leiden. De eerste zin is veelzeggend: "Wie over digitalisering praat, heeft het over een proces van verandering." Niet alleen het informatieaanbod, ook de rol van burgers verandert.

"In haar technische essentie is digitalisering een nieuwe manier van ontwikkeling, verwerking, verspreiding en consumptie van informatie." Bovendien is digitale informatie niet noodzakelijk verbonden aan een specifiek medium (bijv. papieren tijdschrift) of een specifieke verspreidende instantie (uitgever). De maatschappelijke implicaties daarvan zijn nog niet goed te overzien. "Technologische doorbraken sturen de samenleving op weg naar een onbekende bestemming, die zich tijdens de reis openbaart." Voor mijn rol bij de KNAW geldt in het bijzonder: "Juist in het domein van wetenschappelijke communicatie voltrekken zich momenteel veranderingen die verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor het functioneren van het wetenschappelijk veld en de daarbij betrokken partijen."

Door de ontworteling van de bestaande media-industrie en de organische inhoudelijke structurering van online informatie staan volgens Rutten "de ordening van de informatiemarkt in de bestaande mediabedrijfstakken en het huidige scala van producten en diensten onder druk." Rutten werkt dit uit met het voorbeeld van wetenschappelijk uitgeven. Wat hij niet uitwerkt, maar wel een rol speelt in dit proces, zijn de belangen van de betrokken partijen. Vooral dat laatste maakt het moeilijk zekere uitpraken te doen over het tempo en de aard van de veranderingen die ons te wachten staan.

donderdag, juni 07, 2007

Groepsgewijze meningsvorming

De tweede leereenheid van de 'open OU cursus' die ik bestudeerd heb (zie vorig bericht) viel me erg tegen. De leereenheid heet ‘Mechanismen van groepsgewijze meningsvorming’. Centrale vraag voor mij was: welke consequenties trek ik hieruit voor mijn eigen praktijk van besluitvorming. De leereenheid beschrijft drie theorieën:

  • Vigilant Interaction Theory – Cruciaal bij deze theorie is de voortdurende inspanning van een groep om -gericht op de keuze- de alternatieven onbevooroordeeld tegen elkaar af te wegen. Achtergrond is het idee dat mensen slechts met tegenzin besluiten nemen.
  • Persuasive Arguments Theory – In de kern komt deze theorie erop neer dat groepsleden onder invloed van de uitwisseling van argumenten van mening veranderen, naar elkaar toeschuiven.
  • Social Decision Schemes theory – Deze theorie gaat enkel uit van de verdeling van de meningen vooraf en het beslissingsschema; een kwestie van kansberekening zonder de inhoud te betrekken.

Ook al suggereert de leereenheid erg praktijkgericht te zijn, ik heb haar als erg theoretisch ervaren. Bovendien geven de theorieën weinig aanknopingspunten voor de politieke en psychosociale elementen in groepsgewijze meningsvorming. Maar dan toch nog de vraag: wat neem ik mee? Vooral het gericht blijven op de keuze die gemaakt moet worden en ook het zoveel mogelijk argumenten in de discussie brengen.

woensdag, juni 06, 2007

Interne groepsinvloeden

Ik heb kennisgemaakt met een van de cursussen van het door de Open Universiteit vrij beschikbaar gestelde cursusmateriaal, namelijk Groepsbesluitvorming. Deze cursus bestaat uit twee leereenheden. De eerste, Interne groepsinvloeden, heb ik achter de rug. Erg herkenbaar (voor het werken in ambtelijke, hiërarchische organisaties) is het begrip 'conformiteitsdruk'. "Onder zulke druk aarzelen leden om kritiek te uiten, uit beleefdheid of angst voor vergelding."

De eerste leereenheid gaat over remmende en stimulerende invloeden. Met een groep bereik je meer dan in je eentje. Ik houd wel van intersubjectiviteit en tegelijk ook een breder draagvlak. Aan de andere kant kunnen individuen door verschillende oorzaken (bij zichzelf of bij anderen) niet goed tot hun recht komen in een groep. Belangrijk voor een groep is volgens mij in ieder geval een open sfeer, waarin iedereen zich vrij en gewaardeerd voelt, en ook een gemeenschappelijk doel.

Verder gaat het nog over meerderheids- en minderheidseffecten in de groep, tamelijk intuïtieve fenomenen. Ik heb niet zoveel op met meerderheidseffecten. Wel aardig om te lezen vond ik dat de invloed van een minderheid bevorderd wordt door een principiële (niet voor eigen belang opkomen) en flexibele (niet star) opstelling. De opgaven in de leereenheid en de zelftoets op het Internet vond ik overigens niet van de beste kwaliteit. Op naar de volgende leereenheid!