Deze week was ik bij een congres over outsourcing in het Trippenhuis van de KNAW, voor mij dus dichtbij. Daar werden de resultaten van een onderzoek van de UvA, de HvA en adviesbureau VKA (Symbiosis) gepresenteerd. Hoewel het een grondig onderzoek was, durfde de onderzoeksleider (Jan Bergstra, tevens lid van de KNAW) de resultaten niet wetenschappelijk te noemen. Inmiddels heb ik het bijbehorende boek gelezen en de resultaten bieden wat mij betreft ook niet echt nieuwe inzichten.
De directeur van VKA, Wim Schimmel, vatte een van de uitkomsten samen met de uitspraak 'hoe hoger in de boom, hoe gelukkiger de aap', dat wil zeggen dat men op strategisch niveau vaak positiever is over het succes van outsourcing dan op operationeel niveau. Nogal wiedes zou ik zeggen. Beslissingen op strategisch niveau hebben immers vaak vooral impact op operationeel niveau. Aan de andere kant denk ik dat deze vergelijking niet gemaakt kan worden, omdat de definitie van succes nogal afhankelijk is van iemand positie of persoonlijk perspectief. Stakeholders hebben bij een organisatieverandering ieder een eigen belang en het is zelden zo dat alle partijen tevreden zijn - en dat bereik je ook niet met meer communicatie.
In het onderzoek is de volgende definitie gehanteerd: "Een sourcingrelatie is succesvol als zowel de uitbesteder als de leverancier haar doelstellingen heeft behaald en vertrouwen heeft in de toekomst van de relatie." Ik heb echter de indruk dat (oorspronkelijke) doelstellingen vaak niet gehaald worden en derhalve dat er veel afhangt van het vertrouwen in de toekomst. Hoe kun je succesvol zijn in een verandering als je bij voorbaat weet dat niet tegelijk aan alle randvoorwaarden voldaan kan worden? Volgens mij door te durven, enigszins vasthoudend te zijn, maar ook flexibel te reageren op voortschrijdend inzicht. Met een uitspraak van het congres: "sturen met losse teugels".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten