Deze week had ik een extra cursusdag in het kader van de Masterclass Strategisch Management. Daarvoor ben ik nog maar eens in het bijbehorende boek gedoken en wel in hoofdstuk 9 over organisatieontwikkeling: 'Organizational context: control or chaos'. Een aantal voor mij interessante leeservaringen geef ik hierbij door. "New top managers may arrive on the scene, but they inherit a great deal from the previous generation." Het gaat dan enerzijds over cultuur, gevestigde processen en onderlinge verhoudingen, anderzijds over de "family jewels - brands, competences and other key resources". Dit soort erfenissen beperken de organisatorische wendbaarheid. De kwestie is: "what is the role of managers in achieving a new alignment with the environment and what input can be garnered from other organizational members?"
Om organisaties te ontwikkelen moeten managers beschikken over de capaciteit om te beïnvloeden. Het gaat dan dus over leiderschap, i.e. "the act of getting organizational members to follow." Voor een deel zit dat in de positie die iemand heeft, maar zeker ook in de persoon. Managers kunnen op verschillende manieren invloed uitoefenen: door doelen te stellen (output control), randvoorwaarden in te vullen (input control) of door te sturen in het proces (throughput control). Het uitoefenen van invloed speelt zich af in de 'politieke arena', op het niveau van de 'cultuur van de organisatie' en zeker ook in de 'psychologische arena'. "To affect organizational change, leaders must win both the hearts and minds of the members of the organization."
Het gaat echter niet alleen om invloed en 'control'."Managers must also be willing to 'let go' of some control for the organization to function at its best. (...) This duality of wanting to control the development of the organization, while understanding that letting go of control is often beneficial, is the key strategic tension when dealing with the organizational context."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten