dinsdag, augustus 16, 2011

Vakmanschap in de etalage

Onder bovengenoemde titel trof ik een lezenswaardig artikel van Marc Vermeulen, hoogleraar onderwijssociologie, in het Tijdschrift voor Hoger onderwijs & Management (jaargang 2011, nr. 3). Achtergrond van het artikel is de verhoogde belangstelling voor het hoger onderwijs door o.m. affaires bij diverse hogescholen. Het meest interessant vond ik nog de volgende paradox: mensen eisen meer ruimte voor zichzelf, maar zijn veeleisender en kritischer naar anderen en instituties. Dat leidt weer tot meer controle en disciplinering en dus minder vrije ruimte. Is er in deze tijd nog wel ruimte voor professionele autonomie?

Vakmanschap vereist een zekere autonomie, maar "naarmate samenlevingen complexer worden en onderlinge afhankelijkheden toenemen zal de bereidheid om individuele vaklieden hun 'gang te laten gaan' eerder afnemen dan toenemen". Omdat een toenemende druk en controle haaks staat op de wens tot individuele ontplooiing, "zal een voortdurende herbevestiging van psychologische contracten nodig zijn om medewerkers betrokken te houden bij hun werk en hun organisatie". Zeker in het glazen huis van de publieke sector is eerder behoefte aan een "verantwoordingsdiscours" dan een "verantwoordingssysteem". Het gaat erom of er nog gewoon een gesprek mogelijk is tussen een leidinggevende en zijn medewerker. Zijn er goede checks and balances, zoals gesteld in het eveneens lezenswaardige artikel 'Vakmanschap is meesterschap'?

Het dilemma tussen kwaliteit beogen en ruimte bieden aan de medewerkers zal volgens mij wel altijd blijven bestaan. Er blijft een zekere spanning rondom het vakmanschap. Ik zou zeggen: het hoort bij de professionaliteit van de vakman om daar mee om te gaan en het hoort bij de professionaliteit van de manager om het gesprek aan te gaan met zijn medewerker. Dan hoeft er ook geen sprake te zijn van een "heilloze tegenstelling tussen professionals en managers". Professionals en hun leidinggevenden dragen terecht "ten principale beiden de verantwoordelijkheid voor gezonde arbeidsverhoudingen" en voor de kwaliteit van hun werk.

Geen opmerkingen: