"Wetenschappelijke vooruitgang bestaat niet." Zo luidt de titel van het historisch profiel over Thomas Kuhn's hoofdwerk De structuur van wetenschappelijke revoluties in Filosofie Magazine van september 2012. Kuhn haalde het idee dat wetenschap en zelfkritische onderneming was onderuit. In tijden van 'normal science' wordt wetenschap bedreven binnen de kaders van een heersend paradigma of wereldbeeld. Soms knelt het wereldbeeld en is een ander paradigma nodig om de wetenschappelijke vraagstukken op te lossen: een wetenschappelijke revolutie. De onvergelijkbaarheid van wereldbeelden echter maakt vooruitgang moeilijk te meten.
In het artikel wordt beweerd "dat wetenschap in de praktijk ingewikkelder is dan Popper en Kuhn dachten". Daar gaat het mij ook niet om. Het gaat mij om de parallel met het werken in organisaties. Daar kom je termen tegen als groei, innovatie en verbetering. Dit soort vooruitgangsdenken is in feite net zo lastig planbaar als een (wetenschappelijke) revolutie. Mijn stelling zou zijn: Óf de noodzaak tot veranderen is zo groot (het paradigma knelt) dat de verandering vanzelf opkomt, óf er is geen echte urgentie en dan is het verstandig om gewoon (kleinere) verbeteringen na te streven binnen het heersende paradigma.
"Mensen die een radicaal nieuwe visie ontwikkelen zijn heel jong of hebben weinig ervaring." Zo luidt een uitspraak van Kuhn. Nu ben ik zelf inmiddels ook de 40 gepasseerd en heb ik heel wat werkervaring opgebouwd. Toch houd ik er nog steeds van om nieuwe dingen op te pakken, maar wel met een nuchtere blik en in de weg van de geleidelijkheid. Een paradigmashift zal niet snel van mij komen, maar het helpt wel om de werkelijkheid van elke dag geregeld door een andere bril (vanuit een ander paradigma) te bekijken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten