In hoeverre zijn instellingen voor hoger onderwijs en onderzoek, gegeven de ICT-trends, voor de gebruiker feitelijk overbodig? Dat is één van de vragen die meteen al in het voorwoord van het nieuwste trendrapport van de WTR van SURF naar voren worden gebracht. Hoeveel moet een instelling zelf aanbieden als het om ICT gaat? En wat kan aan de autonomie van de over instellingsgrenzen samenwerkende medewerkers, de markt en de 'cloud' overgelaten worden? Terechte vragen, maar de vraag stellen is in dit geval niet gelijk aan 'm beantwoorden.
Gebruikers van ICT zijn veel beweeglijker dan interne of externe aanbieders van ICT. Gebruikers zijn trendsetters. Technology push is niet voldoende, gebruikers bepalen of ICT-innovaties een succes worden. Doordat men in Nederland massaal online en zelfs massaal mobiel online is en er steeds meer nieuwe internetdiensten bijkomen en bovendien de beschikbare hoeveelheid data en informatiebronnen enorm groeit, bepalen gebruikers zelf wel wat ze nodig hebben. Aldus het trendrapport met de titel De bakens verzetten. Mijn vraag is dan wel of gebruikers dat in alle opzichten aan kunnen.
De vraag is niet "óf cloudservices de traditionele diensten gaan vervangen, maar in welk tempo. Gedreven door de mogelijkheden van ICT-innovatie zijn gebruikers hierin trendsetter. Om te voorkomen dat zij met de rug tegen de muur gaan staan, zal het hoger onderwijs de bakens moeten verzetten." Op andere plaatsen in het rapport wordt echter erkend dat er nog heel wat belangrijke vragen zijn die een antwoord verlangen. Het gaat dan bijvoorbeeld over continuïteit van de dienstverlening, eigendomsrechten, kosten, ondersteuning van specifieke bedrijfsprocessen, privacy, samenhang in de informatievoorziening en niet in de laatste plaats veiligheid. Mede met het oog op deze vraagstukken zal volgens mij een ICT-afdeling altijd nodig zijn en misschien wel meer als "broker dan als pure dienstverlener".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten